Ga je graag met twintig verschillende leveranciers in zee of heb je liever dat al je IT-infrastructuur in één systeem van één en dezelfde leverancier? Waarschijnlijk gaat de voorkeur uit naar het laatste. Goed nieuws, want dan past de huidige trend in de IT perfect bij jouw wensen! De tendens is namelijk om het aanbod zoveel mogelijk te centraliseren en te convergeren. Een goed voorbeeld daarvan is de hyper-converged infrastructure (HCI). Maar wat is HCI precies en - misschien nog wel belangrijker - wat levert het op?
Dat we al onze apparatuur en ondersteuning het liefst bij één leverancier halen is niet een zo'n onlogische gedachte. Zie het als een bezoekje aan de supermarkt. We gaan liever naar de supermarkt dan uitgebreid de slager, de bakker, de slijterij etc. Toch gebeurt dat vreemd genoeg nog wel als het gaat om het kiezen van onze IT-infrastructuur. Onze servers, opslag en netwerkconnectiviteit zitten in aparte silo's van systemen en bestuurssystemen die we bij verschillende leveranciers gaan halen of hebben gehaald. Tien verschillende leveranciers? Tien verschillende relaties die je moet onderhouden. Dat zorgt voor veel administratieve rompslomp en ook de compatibiliteit tussen de verschillende systemen garanderen is geen eenvoudige klus. In een poging om die uitdagingen het hoofd te bieden, zien we dus een trend naar een soort IT-supermarkt die alle hardware- en software componenten verzamelt. Iets wat mogelijk is en tegelijkertijd ook een logisch gevolg is van de 'virtualisatiegolf' die door datacenters raast.
Heb je liever al je IT-infrastructuur in één systeem van één en dezelfde leverancier? Dan is een hyper-converged infrastructure misschien wel de oplossing.
Voor we de hyper toevoegen, is het eerst handig om te bekijken wat we eigenlijk verstaan onder een converged infrastructure. Dankzij dit soort infrastructuur kunnen we het hoofd bieden aan de problemen van de traditionele IT. Die vereist namelijk drie verschillende lagen en als bijgevolg ook drie verschillende teams: eentje voor de rekenkracht, eentje voor opslag en als laatste het netwerk. Bij een geconvergeerde infrastructuur worden al deze hardwarecomponenten samengevoegd tot één unit. Zo maak je alvast een einde aan alle zorgen over de compatibiliteit die bij een traditionele IT-omgeving komen kijken. Bovendien vereenvoudigt het de infrastructuur drastisch zonder aan mogelijkheden te verliezen. Om het nog eenvoudiger te maken, haal je dit ene samengevoegde toestel vaak ook nog bij één leverancier.
De hyper-geconvergeerde infrastructuur is de volgende stap in de evolutie naar één totaalpakket. Daarbij bouwen we verder op geconvergeerde toestellen en voegen we er virtualisatie en beheer aan toe. De 'hyper' staat namelijk voor hypervisor die hardware kan verdelen tot virtuele servers, switches en storage. Daarmee is hyper-converged infrastructure een allesomvattend systeem voor computing, netwerkconnectiviteit, opslag én virtualisatie. De intelligentie van het systeem zit in de hypervisor, die de verschillende componenten virtualiseert en met elkaar koppelt. In essentie is de hyper-geconvergeerde omgeving dus software-defined. Dit staat in contrast met de converged infrastructure die vooral draait rond het combineren van hardware die ontworpen is om samen te werken, los van enige software.
Bij een geconvergeerde infrastructuur wordt alle hardware samengevoegd tot één unit. Dit vereenvoudigt de infrastructuur drastisch zonder aan mogelijkheden te verliezen.
Ook hyper-converged infrastructure haal je meestal bij één leverancier. Dat bespaart weer heel wat administratief werk, want er is maar één leveranciersrelatie te onderhouden. Ook wanneer er problemen zijn of een defect optreedt ben je sneller geholpen: je hoeft tenslotte maar bij 1 persoon aan te kloppen. In tegenstelling tot een traditionele IT-omgeving kunnen informatici zich nu bezighouden met innoveren in plaats van de boel draaiende te houden. Bij de traditionele IT in afgescheiden silo's zijn er bovendien verschillende expertteams nodig die elk hun deel van het systeem beheren. Omdat een hyper-geconvergeerde structuur zich gedraagt als één enkel systeem, heb je genoeg aan één ondersteunend IT-team. Dat team moet zich eigenlijk zelfs meer op de virtuele machines focussen, dan op de infrastructuur. Zo reduceer je de papierwinkel nog meer.
De groei van data voorspellen is bijna onmogelijk. Daardoor is het ook bijzonder moeilijk om een datacenter uit te tekenen voor de capaciteit die jouw onderneming binnen vijf jaar nodig heeft. Bedrijven die IT-infrastructuur inkopen worden vandaag meestal met twee scenario's geconfronteerd. Ze kopen te veel, waardoor ze een te hoge prijs betalen voor rekenkracht en opslagcapaciteit die ze niet gebruiken, of ze slaan te weinig in waardoor ze niet aan de slag kunnen met hun big data of applicaties die te langzaam werken. Met hyper-converged infrastructure voegen we daar nog een derde scenario aan toe: een waar je altijd juist genoeg hebt. Het systeem is namelijk modulair van nature (technisch: omdat het is opgebouwd uit verschillende nodes die op één x86 resourcepool worden geplaatst). De nodes zijn gemakkelijk uit te wisselen en je kunt zonder veel moeite uitbreiden. Vraagt de business meer capaciteit? Prima, voeg een extra node toe. Minder nodig? Haal er een aantal uit.
Meer weten over een hyper-geconvergeerde infrastructuur en de voordelen voor jouw organisatie? Neem gerust contact met ons op!
